De Vierentwintig Oudsten
- «De Vierentwintig Oudsten die voor de troon van God zitten, zijn gekleed in witte gewaden en dragen gouden kronen op hun hoofd. De witte gewaden, evenals de gouden kronen, zijn de symbolen van het spirituele Licht dat uitgaat van deze sublieme Entiteiten».[1]
- «De Vierentwintig Oudsten zijn de Heren van de lotsbestemming; niets ontgaat hen van de gedachten, gevoelens en handelingen van de mensen, en zij zijn het die de straffen, beloningen en voorwaarden bepalen waaronder de mensen zullen komen reïncarneren».[2]
Inhoud
Inleidende beschouwingen
De Vierentwintig Oudsten zijn een van de negen engelachtige ordes, die zowel in de joodse als in de christelijke traditie voorkomen; in het jodendom heten ze Aralim en in het christendom Tronen. In Openbaring (4:1-9) beschrijft Johannes hen zittend voor de Troon van God ‘gewikkeld in witte gewaden met gouden kronen op hun hoofd’. In de Kabbala, met verwijzing naar de Levensboom (zie figuur), zijn ze te vinden in de sefira Binah, de sefira die geregeerd wordt door Jehova die, volgens O.M. Aïvanhov, de Kosmische Moeder vertegenwoordigt. De Vierentwintig Oudsten zijn het symbool van stabiliteit; deze deugd vinden we terug, zowel in de naam "Tronen", die de christelijke traditie geeft, als in de joodse traditie waar de "regio" van stabiliteit verbonden is met de sefira Binah. Stabiliteit wordt symbolisch weergegeven door het beeld van de rots die O.M. Aïvanhov verbindt met het "Causale gebied" van de Hindoeïstische traditie en met de planeet Saturnus, gekoppeld aan het concept van de eeuwigheid, dat is al wat onveranderlijk is. De Vierentwintig Oudsten worden ook wel de "Heren van het lot" genoemd, omdat zij de goddelijke Gerechtigheid voorzitten en het lot van ieder mens bepalen: op basis van zijn verdiensten en zijn levensloop beslissen zij over de volgende reïncarnatie; en dit zodat iedereen kan leren van zijn fouten met als doel het bereiken van de innerlijke vrijheid. Volgens het filosofische perspectief van O.M. Aïvanhov zijn de beproevingen en moeilijkheden die ieder mens in zijn of haar bestaan tegenkomt een instrument van evolutie en innerlijke groei.
Vierentwintig Oudsten
We hebben al gezien dat de Vierentwintig Oudsten in de christelijke traditie "Tronen" worden genoemd en deel uitmaken van de negen Engelenordes, met name:Serafijnen, Cherubijnen, Tronen, Overheden, Machten, Krachten, Vorsten, Aartsengelen, Engelen. Met betrekking tot de Boom des Levens, de Vierentwintig Oudsten bevinden zich in de regio van Binah.
- «Binah is de eerste sefira die zich bevindt op de linker zuil van de Sefirotische Boom, de Pijler van Gerechtigheid, genaamd Boaz, die het vrouwelijke principe in de schepping vertegenwoordigt. God manifesteert zich daar onder de naam Jehova. Hij is de vreselijke God die zich aan Mozes heeft geopenbaard. [...] De sefira Binah onthult ons de mysteries van het lot, want hij verlicht ons over de wet van oorzaak en gevolg».[3]
Verwijzend naar de beschrijving van Johannes in de Apocalyps, die hen voor de Troon van God ‘gewikkeld in witte gewaden met gouden kronen op hun hoofd’ voorstelt, geeft O.M. Aïvanhov de volgende uitleg:
- «De witte gewaden verbeelden het Verheerlijkte Lichaam . Wat de kroon betreft, als we die beschouwen als een object dat boven het hoofd is geplaatst, wijst hij een subtiele materie aan, die niet het fysieke lichaam - het hoofd - is, maar een uitstraling van de geest, van zijn wijsheid en van al zijn kracht. Deze kroon is van goud, en goud, volgens de spirituele symboliek, is niets anders dan gecondenseerd licht».[4]
De belangrijkste deugden van de Vierentwintigste Oudsten zijn Stabiliteit en Rechtvaardigheid, waarmee ze hun functie als ‘Heren van het lot’ uitoefenen. O.M. Aïvanhov wijst op een verband tussen deze kwaliteiten en de namen die eraan worden toegekend:
- «Door de Engelen van Binah de naam "Tronen" toe te kennen, dringt de christelijke religie aan op het concept van stabiliteit, terwijl hun Hebreeuwse naam Aralim (Leeuwen), een concept van oordeelsvorming introduceert. Inderdaad, vanuit symbolisch oogpunt is de leeuw verbonden met rechtvaardigheid, aangezien de leeuw van de stam van Juda een figuur van de opperste rechter is».[5]
Stabiliteit
Stabiliteit, vanuit het oogpunt van de Inwijdingswetenschap, is één van de kwaliteiten van het Goddelijke, omdat God in zijn wezen onveranderlijk is. In de Sefirotische Boom wordt deze kwaliteit vertegenwoordigd door de sefira Binah:
- «De sefirah Binah is het gebied van de Vierentwintig Oudsten, symbolen van stabiliteit. Het is vanwege deze stabiliteit dat de Vierentwintig Oudsten "Tronen" worden genoemd, omdat de troon een onwankelbare zetel is. De Vierentwintig Oudsten manifesteren Gods stabiliteit, Zijn onveranderlijkheid. God is onveranderlijk in zijn licht, in zijn liefde, in zijn goedheid, in zijn wijsheid, en de Tronen drukken deze onveranderlijkheid uit zoals de andere Engelen-hiërarchieën andere kwaliteiten, andere attributen van God uitdrukken. [...] Binah is dus het compendium, de synthese van alle sefiroth. Men kan niet stabiel zijn als men niet intelligent is; men kan niet stabiel zijn als men niet veel liefde heeft, noch een sterke wil, noch vrijgevigheid, noch zuiverheid. Stabiliteit impliceert de kwaliteiten en de deugden van de andere sefiroth».[6]
In het dagelijks leven van ieder mens moet de deugd van de stabiliteit, volgens het filosofische perspectief van O.M. Aïvanhov, beschouwd worden als het vermogen om trouw te blijven aan het "Hoge ideaal". Dit Hoge ideaal geeft het verlangen aan om zichzelf te verbeteren, voor zichzelf en voor anderen. Stabiliteit kan dus worden beschouwd als een bewustzijnstoestand, of een innerlijk leiderschap …
- «waarin het kwaad geen stand kan houden. [...] Stabiliteit vormt de top van de inwijding, het moment waarop de discipel eindelijk kan zeggen, zoals de hiërofant van het oude Egypte, "Ik ben stabiel, zoon van stabiliteit, verwekt en opgegroeid op het domein van de stabiliteit».[7]
Saturnus
De stabiliteit van de sefira Binah kan ook in verband worden gebracht met de planeet Saturnus, die vanuit astrologisch oogpunt als kenmerk onder andere die van onveranderlijkheid en van eeuwigheid bezit:
- «Het onbuigzame karakter van Binah is terug te vinden in de symboliek van Saturnus die wordt voorgesteld als een oude man of soms zelfs als een geraamte gewapend met een zeis. De zeis van Saturnus is de tijd die alles vernietigt, terwijl het geraamte zich verzet tegen de tijd: de eeuwigheid. Daarom vertegenwoordigt Saturnus de twee aspecten. Voorbij het lichamelijke, dat wil zeggen, voorbij de wereld van de verschijningen die de tijd (de zeis) onophoudelijk blijft vernietigen, ligt het onverwoestbare geraamte: de eeuwigheid (Kairos versus Chronos). Maar hoeveel reflectie, hoeveel meditatie om te komen tot dat begrip van de dingen die het mogelijk maakt om van de tijd over te gaan naar de eeuwigheid!».[8]
Het causale gebied
De sefira Binah, in de Sefirotische Boom, vertegenwoordigt ook het causale gebied, dat is het hogere gebied dat boven het astrale gebied en het mentale gebied ligt (zie schema). "[...] Laat alles achter en installeer je op die top, waar de materie het meest solide en het meest resistent is, want het is puur. [...] Binah is waarlijk het Hoge Toevluchtsoord waarvan Psalm 91 spreekt als hij zegt: "Want de Heer is uw toevluchtsoord - en u hebt de Allerhoogste tot uw woning gemaakt».[9]
Het causale gebied in de Geesteswetenschap wordt vertegenwoordigd door de rots. Deze voorstelling komt ook voor in het Evangelie van Matteüs (Mt 7,24) waar Jezus zegt: "Wie deze woorden van mij hoort en ze in praktijk brengt, is dus als een wijs man die zijn huis op de rots heeft gebouwd", en in de Apocalyps van de Heilige Johannes (Openbaring 4,4): "Rondom de troon waren er vierentwintig zetels, en op de zetels zaten vierentwintig oudsten". Deze samenhang tussen het Causaal Gebied, dat voortvloeit uit de Hindoeïstische traditie, en de symboliek van de rots waarvan Jezus en de Heilige Johannes spreken, wordt door O.M. Aïvanhov op de volgende manier uitgelegd:
- «Jezus zei, "Bouw je huis op de rots". De rots is een symbool van het causale gebied. In het causale vlak ben je veilig omdat je heel hoog staat, op zeer stabiele grond, en niets kan je raken. Als je je huis in het mentale gebied of in het astrale gebied maakt, met gewone, alledaagse gedachten en gevoelens, zal je stilstaan in het moeras en altijd kwetsbaar zijn. Je moet je vestigen op de hoogten van het causale gebied, en het is meditatie die je naar daarboven projecteert».[10]
- «De Vierentwintig Oudsten van de Apocalyps, over wie Sint-Jan spreekt, staan stabiel op een rots die door niets kan bewogen worden. Stabiliteit vormt het wezen van God zelf».[11]
De tweede geboorte
- «De tweede geboorte is de geboorte in de goddelijke wereld; deze keer besluit de mens echter zelf om geboren te worden en hij doet dit dankzij zijn eigen inspanningen. Toen je geboren werd op het fysieke niveau is er niet naar jouw mening gevraagd; anderen hebben je een naam gegeven, hebben je gevormd; dat hing niet zozeer van je zelf af. Jawel, in werkelijkheid hing dat in zekere zin van je zelf af, want je lotsbestemming is bepaald door de Vierentwintig Oudsten op grond van de manier waarop je in vorige levens hebt geleefd2; laten wij het nu maar zo onder woorden brengen om het eenvoudig te houden, terwijl je voor de tweede geboorte werkelijk zelf verantwoordelijk bent. Jij beslist zelf om in de wereld van het licht geboren te worden. Op een bewuste, geduldige en verstandige wijze vorm je een ander bewustzijn voor je zelf om in het Koninkrijk van God geboren te worden»
Lotsbestemming
Volgens het filosofische perspectief van O.M. Aïvanhov hangt het lot van ieder mens in de eerste plaats af van zijn levensloop, aangezien volgens de wet van Karma (die gebaseerd is op de Wet van Oorzaak en Gevolg) alle gedachten, emoties en handelingen die een mens verricht, een gevolg hebben. De effecten van deze Wet worden geregeld door de Kosmische Intelligentie en de Goddelijke Gerechtigheid die, door het werk van de Vierentwintig Oudsten, het lot van ieder mens bepalen.
- «Het lot laat zich niet vermurwen, maar is nooit wreed. Het is rechtvaardig, dat is alles. Om deze kwestie begrijpelijker te maken, kunnen we het beeld van de weegschaal nemen. Stel dat we de fouten van de mensen op één van de twee schalen van de weegschaal stapelen, terwijl we hun goede daden op de andere plaat laten doorwegen. Wanneer het dan tijd is om te betalen voor de overtredingen, zullen hun goede gedachten, goede gevoelens, goede daden tussenbeide komen om de afbetaling minder zwaar te maken.
Dit betekent dat je je nooit moet laten gaan in fatalisme door passief je lot te aanvaarden. Zeg niet: "Omdat mijn lotsbeschikking zus en zo is, is er niets aan te doen, ik moet het ondergaan. "Nee, want vergeet nooit: het lot heeft het niet op ons gemunt om ons te verpletteren. Integendeel, het lot heeft als taak ons te verplichten om de geest in ons te wekken, om te werken met de geest, zodat we een betere toekomst kunnen opbouwen. Vergeet dat nooit».[12]
- «De lotsbestemming kan worden gedefinieerd als een archetypische vorm, die wordt opgelegd aan ieder wezen op het moment van zijn geboorte. Het zijn de vierentwintig Oudsten die over deze vorm beslissen. De vierentwintig Oudsten, die zich volgens de Kabbalah in de sefira Binah bevinden, vertegenwoordigen het hoogste gerecht. Zij vaardigen de decreten uit die de vormen van lotsbestemmingen bezegelen; de fysieke vormen die wij op aarde zien, zijn een verre afspiegeling van de vormen die daarboven werden bevolen».[13]
- «Hoeveel mensen geloven dat het bestaan absurd is, dat er geen logica zit in de gebeurtenissen en het lot van de wezens! Dergelijke overtuigingen komen eenvoudigweg voort uit het feit dat ze de elementen voor het doorgronden en begrijpen missen. Die elementen zijn besloten in Binah, waar de engelenhiërarchie van de Aralim (de Tronen) werkt, die de heilige Johannes zag in de vorm van de Vierentwintigste Oudsten».[14]
Het lot van ieder mens is echter niet onveranderlijk, want het hangt af van zijn levensloop, de kwaliteit van zijn gedachten, emoties en daden:
- «Wanneer een individu besluit om de goddelijke weg te gaan, en bij zijn besluit blijft zonder te verzwakken, zijn de Heren van het Lot, de Vierentwintig Oudsten, die in de sefira Binah verblijven, verplicht om op te merken dat hij hun taal spreekt, namelijk die van de standvastigheid. Dan veranderen ze de decreten ten aanzien van hem: nieuwe mogelijkheden en een grotere vrijheid moeten worden gegeven. Zij hebben echter geen haast, ze wachten om te zien hoe lang hij het zal volhouden. En als ze zien dat dit individu trouw op de goede weg voortgaat, zijn ze bijna verplicht om een nieuwe bladzijde in het boek van zijn bestemming te schrijven: zij laten hem toe tot de Voorzienigheid, dat wil zeggen, de Genade.».[15]
Vrijheid
Het existentiële doel van de mens is dus het bereiken van de Vrijheid, begrepen als bevrijding van alle innerlijke "lasten", dat wil zeggen wanneer alle karmische schulden vereffend zijn en wanneer men erin slaagt om alle egoïstische instincten om te zetten in gedachten, gevoelens en handelingen van onbaatzuchtige aard, gericht op persoonlijk en collectief welzijn.
- «Het is dus noodzakelijk om zich te bevrijden, maar pas nadat men zijn plichten heeft vervuld. Je bent verbonden aan bepaalde wezens, je hebt contracten getekend, en nu kun je jezelf niet bevrijden zonder je verplichtingen na te komen. Om je man of je vrouw te verlaten onder het voorwendsel dat je jezelf wilt bevrijden, nee, dat is niet de oplossing, want dan creëer je nieuwe schulden die je in een andere incarnatie zal moeten betalen. Je kan niet vrijuit gaan tot je alles hebt betaald wat je verschuldigd was. Iedereen vraagt alleen maar om vrij te zijn, ja, maar het is noodzakelijk om een juiste begrip van vrijheid te hebben, anders, hoe meer je vrij wil zijn, hoe meer je wegzinkt. Vrijheid is niet zo gemakkelijk als je denkt. Het is wanneer je jezelf wil bevrijden dat je je realiseert hoe gebonden je bent».[16]
- «De mens kan de ware vrijheid alleen in God vinden, wanneer hij zich met Hem en met alle zichtbare en onzichtbare dragers van het zuivere leven verbindt, om deel te nemen aan hun werk».[17]
Volgens O.M. Aïvanhov kan de bewustzijnstoestand die Innerlijke Vrijheid wordt genoemd, alleen worden bereikt door zich in dienst te stellen van de Goddelijke Wil.
- «Naargelang zijn daden, gevoelens en gedachten kiest eenieder voor het duister of voor het licht. [...] Dus als je voelt dat je bezig bent te verdwalen, weet dan dat het alleen van jou afhangt of je de juiste weg terugvindt. En hoe doe je dat? Door de geesten van het licht te vragen in jou te komen wonen. Zeg tot hen: ‘Door mijn onwetendheid ben ik de speelbal van boosaardige entiteiten geworden en voel ik mij vastgebonden. Dus engelen en aartsengelen, komt u zich nu in mij vestigen; neem bezit van mijn gedachten, mijn gevoelens, mijn daden en mijn woorden. Leid mij, instrueer mij, opdat ik volledig in uw dienst kan staan.’ Op dit gebed wachten de hemelse entiteiten om je te kunnen helpen. Zij beschouwen je als een ontwaakt wezen en zingen: ‘Een ziel is in het licht geboren. Via deze ziel kunnen we onze macht openbaren.’ De ware vrijheid is een instrument te worden in de handen van de hemelse entiteiten».[18]
Volgens O.M. Aïvanhov kan een wezen dat volledige innerlijke vrijheid heeft bereikt ervoor kiezen om in het spirituele gebied te blijven of te besluiten om terug af te dalen naar de aarde en samen met de Vierentwintigduizend Oudsten de nieuwe "vorm" van zijn toekomstige incarnatie te bepalen.
- «Wanneer een wezen zich volledig heeft bevrijd en geen schulden meer heeft om af te betalen, reïncarneert hij niet meer, hij blijft hierboven in Gelukzaligheid en Licht: geen enkele verplichting roept hem weer terug naar de Aarde. Maar soms is er onder deze wezens die zich bevrijd hebben, iemand die bij het zien van het lijden van de mensen besluit hen te gaan helpen. Hij vraagt de Vierentwintig Oudsten om te mogen terugkomen. De Vierentwintig Oudsten bestuderen zulk verzoek. Ze maken gebruik van deze buitengewone kans... een wezen dat zichzelf wil opofferen... en omdat ze de uitdrukking zijn van de ondoorgrondelijke wijsheid van de Heer, bereiden ze hem de vreselijkste maar evengoed ook de meest buitengewone gebeurtenissen voor. Daarna, voordat hij reïncarneert, presenteren ze hem het hele programma als in een film, met de vraag of hij bereid is om het te accepteren. En zonder enige aarzeling accepteert hij dat».[19]
Bibliografie
Werken en/of voordrachten van O. M. Aïvanhov over dit onderwerp:
- Aïvanhov, O. M., De l’homme à Dieu, Izvor 236, Prosveta.
- Aïvanhov, O. M., Les fruits de l'Arbre de Vie, Oeuvres Complètes XXXII, Prosveta.
- Aïvanhov, O. M., Approche de la Cité céleste, commentaires de l'Apocalypse, Izvor 230, Prosveta.
Externe links
- De Vierentwintig Oudsten op de engelstalige wikipedia.]
- De Vierentwintig Oudsten op de duitstalige wikipedia.]
Nota’s
- ↑ Omraam Mikhaël Aïvanhov, Commento all’Apocalisse, p.98-102.
- ↑ Omraam Mikhaël Aïvanhov, Dall’uomo a Dio, p. 45-47.
- ↑ Omraam Mikhaël Aïvanhov, Dall’uomo a Dio, p. 165-175.
- ↑ Omraam Mikhaël Aïvanhov, Commento all’Apocalisse, p.98-102.
- ↑ Omraam Mikhaël Aïvanhov, Dall’uomo a Dio, p. 45-47.
- ↑ Omraam Mikhaël Aïvanhov, I Frutti dell’Albero della Vita, p. 177-179.
- ↑ Omraam Mikhaël Aïvanhov, Dall’uomo a Dio, p. 165-175.
- ↑ Omraam Mikhaël Aïvanhov, Dall’uomo a Dio, p. 165-175.
- ↑ Omraam Mikhaël Aïvanhov, La vita psichica, p.137, Cap. X.
- ↑ Omraam Mikhaël Aïvanhov, Pensieri quotidiani - 2 marzo 2011.
- ↑ Omraam Mikhaël Aïvanhov, Dall’uomo a Dio, p. 165-175.
- ↑ Omraam Mikhaël Aïvanhov, Pensieri quotidiani - 26 novembre 2018.
- ↑ Omraam Mikhaël Aïvanhov, Dall’uomo a Dio, p. 165-175.
- ↑ Omraam Mikhaël Aïvanhov, Dall’uomo a Dio, p. 165-175.
- ↑ Omraam Mikhaël Aïvanhov, I Frutti dell’Albero della Vita, p. 177-179.
- ↑ Omraam Mikhaël Aïvanhov, Conosci te stesso, p. 151-152.
- ↑ Omraam Mikhaël Aïvanhov, Pensieri quotidiani - 7 febbraio 2013.
- ↑ Omraam Mikhaël Aïvanhov, Pensieri quotidiani - 13 maggio 2013.
- ↑ Omraam Mikhaël Aïvanhov, La Libertà, vittoria dello spirito, p. 98.
Bericht aan de lezer: de redactie van dit artikel, voorbereidend en niet-beperkend, is slechts een startpunt, aangezien het onderwerp door Omraam Mikhaël Aïvanhov in zijn verschillende lezingen tussen 1938 en 1985 in meer detail werd onderzocht. Bij het rechtstreeks lezen of beluisteren van deze voordrachten, uitgegeven door Prosveta, exclusieve eigenaar van de rechten van zijn werk, zal de onderzoeker er nog andere interessante en belangrijke aspecten in terugvinden. Daarom geeft dit artikel Aïvanhov’s denken over dit onderwerp niet volledig en allesomvattend weer.
OmraamWiki is een internationaal project dat wordt gerealiseerd met de bijdrage van fondsen voor wetenschappelijk onderzoek van de Universiteit voor Buitenlanders van Perugia (afdeling Menselijke en Sociale Wetenschappen).